Donderdag 26 Juli ga ik met de auto naar Sint-Idesbald om Remi & Erna te bezoeken.
Na de koffie vertrekken Erna en ikzelf voor een fietstochtje.
In 1906 besliste baron Lafosse daarom een kapel te bouwen, die volgens hem meteen een bloei van de badplaats zou teweegbrengen. De Keunekapel werd gebouwd door architect Alfred Knein (die al een Brussels pakhuis voor de familie had ontworpen), zonder toelating van het bisdom.
Ze werd ingewijd op 23 juli 1907 door de Veurnse deken Ostyn. In 1907 werd ze opengesteld voor de erediensten. Tijdens de eerste WO kwamen er heel wat Nieuwpoortse vluchtelingen bidden. Doordat de kapel al in de jaren 30 te klein werd voor de vele kerkgangers en door de nieuwe Sint-Isdesbalduskerk in de Strandlaan werd ze voor de erediensten gesloten in 1935.
De kapel werd verkocht aan een kunstschilder en werd omgebouwd tot villa, zonder iets te wijzigen aan het buitenzicht. In 1980 kocht de gemeente Koksijde kocht de “keunekapel” en werd er een tentoonstelling ingericht.
Er is een tentoonstelling is van de zeeschilderijen van Jan De Mey
Ook de strandvisserij en het verhaal van de garnaalvissers te paard, een unieke levende traditie in Oostduinkerke, krijgen er hun plaats.
De verzameling van het Visserijmuseum verenigt erfgoed, kunst, ambacht en de rijke natuur van de Noordzee.
De visserswoning en de traditionele vissersherberg De Peerdevisscher, waarnaar een bier is genoemd, maken deel uit van het museum.
Het eerste visserijmuseum werd opgericht door Honoré Loones die zich liet inspireren door het eerste maritiem museum te Oostduinkerke dat zich boven het gemeentehuis bevond maar verdween tijdens de 2e WO.
Het visserijmuseum werd opgericht in Oostduinkerke omdat tussen deze gemeente en Nieuwpoort ooit een heus vissersdorp lag. De Nieuwe Yde moet ontstaan zijn in de eerste helft van de 13de eeuw rond het vloedgat, een geul die reikte tot de huidige Duinparklaan. Het vissersdorp is verdwenen rond 1600.
In het boek van Jules Filliaert De laatste Vlaamse IJslandvaarders wordt verteld dat in het dorp Oostduinkerke de meeste Ijslandvaarders leefden wat dus ook een reden is waarom het museum in Oostduinkerke staat.
Het vissen begon ooit met strandvissen. Oostduinkerke-Koksijde is dé strandvissersgemeente bij uitstek. Er is in archiefteksten van de Duinenabdij al van in 1600 sprake van paardenvissers. Deze traditie is tot op heden bewaard gebleven in Oostduinkerke
Oostduinkerke was vroeger ook een vissersdorp met eigen vaartuigen en een eigen haven. De vaartuigen die aan de monding van de IJzer lagen in het toenmalige Oostduinkerke hadden de registratieletters OD.
Remi (mijn broer) op de opening van het nieuwe Museum
|
In het tentoonstellingsgedeelte wordt de geschiedenis van de visserij (strandvisserij, ijslandvisserij,...) uit de doeken gedaan aan de hand van een tijdlijn gebaseerd op het levensverhaal van een echt bestaande vissersfamilie.
Via levensechte taferelen waant de bezoeker zich aan de vloedlijn, in het scheepsatelier, in een visserskapel, onder de zeespiegel en in de vismijn.
Een echte vissersboot van voor WOII:
de OD1 Martha werd door het dak gehesen en in de nieuwbouw geïntegreerd.
Ook beschikt het museum nu over 2 indrukwekkende aquaria van elk 20000 liter met zeevissen.
Tegenwoordig wordt deze traditie alleen nog in Oostduinkerke in stand gehouden.
Door opnieuw voor mij ongekende binnenlaantjes gaat het terug naar Sint-Idesbald.
Dank aan mijn schoonzus, Erna, voor een heel leuke en interessante fietstocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten