donderdag 26 juli 2012

Dagje Koksijde


Donderdag 26 Juli ga ik met de auto naar Sint-Idesbald om Remi & Erna te bezoeken.
Na de koffie vertrekken Erna en ikzelf voor een fietstochtje.

We bezoeken eerst de Keunekapel 

De Brusselse familie Lafosse bracht na de bouw van het Hotel des Dunes regelmatig haar vakantie door in Sint-Idesbald, waar ze een grote lap grond bezat. Een van hun zonen was priester en moest telkens een lange weg afleggen om naar de kerk te gaan in Koksijde-dorp.




In 1906 besliste baron Lafosse daarom een kapel te bouwen, die volgens hem meteen een bloei van de badplaats zou teweegbrengen. De Keunekapel werd gebouwd door architect Alfred Knein (die al een Brussels pakhuis voor de familie had ontworpen), zonder toelating van het bisdom. 
Ze werd ingewijd op 23 juli 1907 door de Veurnse deken Ostyn. In 1907 werd ze opengesteld voor de erediensten. Tijdens de eerste WO kwamen er heel wat Nieuwpoortse vluchtelingen bidden. Doordat de kapel al in de jaren 30 te klein werd voor de vele kerkgangers en door de nieuwe Sint-Isdesbalduskerk in de Strandlaan werd ze voor de erediensten gesloten in 1935. 
De kapel werd verkocht aan een kunstschilder en werd omgebouwd tot villa, zonder iets te wijzigen aan het buitenzicht. In 1980 kocht de gemeente Koksijde kocht de “keunekapel” en werd er een tentoonstelling ingericht.


Er is een tentoonstelling is van de zeeschilderijen van Jan De Mey


Daarna fietsen we langs allerlei binnenlaantjes (Erna is hier echt thuis) naar Oostduinkerke om het Visserijmuseum te bezoeken, waar ik, tot mijn grote schande, nog nooit geweest was.Men wandelt er doorheen de geschiedenis van de Vlaamse zee- en kustvisserij. 

Ook de strandvisserij en het verhaal van de garnaalvissers te paard, een unieke levende traditie in Oostduinkerke, krijgen er hun plaats.  

 De verzameling van het Visserijmuseum verenigt erfgoed, kunst, ambacht en de rijke natuur van de Noordzee.




De visserswoning en de traditionele vissersherberg De Peerdevisscher, waarnaar een bier is genoemd, maken deel uit van het museum. 
Het eerste visserijmuseum werd opgericht door Honoré Loones die zich liet inspireren door het eerste maritiem museum te Oostduinkerke dat zich boven het gemeentehuis bevond maar verdween tijdens de 2e WO.
Het visserijmuseum werd opgericht in Oostduinkerke omdat tussen deze gemeente en Nieuwpoort ooit een heus vissersdorp lag. De Nieuwe Yde moet ontstaan zijn in de eerste helft van de 13de eeuw rond het vloedgat, een geul die reikte tot de huidige Duinparklaan. Het vissersdorp is verdwenen rond 1600.
In het boek van Jules Filliaert De laatste Vlaamse IJslandvaarders wordt verteld dat in het dorp Oostduinkerke de meeste Ijslandvaarders leefden wat dus ook een reden is waarom het museum in Oostduinkerke staat.
Het vissen begon ooit met strandvissen. Oostduinkerke-Koksijde is dé strandvissersgemeente bij uitstek. Er is in archiefteksten van de Duinenabdij al van in 1600 sprake van paardenvissers. Deze traditie is tot op heden bewaard gebleven in Oostduinkerke
Oostduinkerke was vroeger ook een vissersdorp met eigen vaartuigen en een eigen haven. De vaartuigen die aan de monding van de IJzer lagen in het toenmalige Oostduinkerke hadden de registratieletters OD.
Remi  (mijn broer) op de opening van het nieuwe Museum

In 2004 werd begonnen met de bouw van een nieuw museum, hiervoor werd bijna het gehele museum van 1974 tegen de vlakte gegooid.  
In het tentoonstellingsgedeelte wordt de geschiedenis van de visserij (strandvisserij, ijslandvisserij,...) uit de doeken gedaan aan de hand van een tijdlijn gebaseerd op het levensverhaal van een echt bestaande vissersfamilie. 







Via levensechte taferelen waant de bezoeker zich aan de vloedlijn, in het scheepsatelier, in een visserskapel, onder de zeespiegel en in de vismijn.












Een echte vissersboot van voor WOII: 
de OD1 Martha werd door het dak gehesen en in de nieuwbouw geïntegreerd. 




































Ook beschikt het museum nu over 2 indrukwekkende aquaria van elk 20000 liter met zeevissen. 




Het paardenvissen in zee wordt reeds in de 15e eeuw beoefend langs de hele Noordzeekust: in Frankrijk, België, Nederland en zelfs in Zuid-Engeland. 

Tegenwoordig wordt deze traditie alleen nog in Oostduinkerke in stand gehouden.
Voor meer uitleg klik op volgende link :  Historiek van het "paardenvissen"

Door opnieuw voor mij ongekende binnenlaantjes gaat het terug naar Sint-Idesbald.
Dank aan mijn schoonzus, Erna, voor een heel leuke en interessante fietstocht.